Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning
(Dit wordt volgens het progressieve tarief belast, ook wel schijventarief genoemd)

Het belastbaar inkomen van de Eigen Woning wordt vastgesteld aan de hand van de optelling van het eigenwoningforfait en het voordeel uit de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), verminderd met de betaalde rente over de schuld die op de eigen woning rust.

Het eigenwoningforfait wordt als het volgt bepaald; de WOZ-waarde van de eigen woning wordt vermenigvuldigt met 0,6%, met een maximum van €8.750,--. Dit wil dus zeggen dat hoe hoger de waarde van de eigen woning is hoe minder aftrek men op kan geven bij de belastingaangifte.


Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
(Dit wordt met een vast tarief belast, te weten 25%)

Van een aanmerkelijk belang is onder meer sprake als iemand ten minste 5% van de aandelen van een B.V. of  N.V. bezit. Belast is dan het inkomen uit aanmerkelijk belang, dit kan dividend en/of winst uit verkoop van de aandelen zijn, verminderd met de te verrekenen verliezen uit aanmerkelijk belang. Een eventueel verlies uit aanmerkelijk belang kan verrekend worden met een positief aanmerkelijk belang van de drie voorgaande en alle volgende kalenderjaren.


Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.
(Dit wordt met een vast tarief belast, te weten 30%)

In deze box wordt door de fiscus een vast rendement over de bezittingen minus de schulden (oftewel de rendementsgrondslag) vastgesteld en vervolgens belast. Dit wordt de vermogensheffing genoemd. Het vaste rendement op het vermogen, ook wel forfaitaire voordeel, is vastgesteld op 4% per jaar. Over dit bedrag wordt vervolgens een belastingtarief van 30% betaald, wat per saldo neerkomt op een heffing van 1,2% over de rendementsgrondslag.

Kort gezegd houdt dit in dat men kijkt naar de bezittingen en schulden op 1 januari en 31 december van het betreffende jaar. Vervolgens worden deze bedragen opgeteld en door 2 gedeeld. Over dit bedrag wordt 4% rendement berekend, en over dit rendement is men 30% belasting verschuldigd. Wat zoals reeds vermeld neerkomt op een heffing van 1,2% over het gemiddelde vermogen.

Let wel op de gemiddelde rendementsgrondslag mag men het heffingsvrije vermogen in mindering brengen. Dit heffingsvrije vermogen bedraagt € 19.522,-- per belastingplichtige, wat per minderjarig kind verhoogd mag worden met €2.607,--. Voor Belastingplichtigen boven 65 jaar kan het heffingsvrije vermogen verhoogd worden met maximaal € 25.842,--.


Ik wil mijn maximale hypotheek berekenen

Ik wil de laagste maandlast voor mijn hypotheek berekenen

Hypotheek berekenen, vergelijken of afsluiten?
Hypotheek Kantoor